THE PHANTOM BLUES BAND - BLUES FOR BREAKFAST

Artiest info
Website
facebook
label: Little Village Foundation

De Phantom Blues Band is een soort bluesband waarvan hun meeste invloeden te vinden zijn bij maar één legende nl. Taj Mahal. Deze band heeft samen met Mahal reeds tweemaal een Grammy Award gewonnen als 'Best Contemporary Blues Album' ("Senor Blues" in 1997 en "Shoutin’ In Key" in 2001) en konden daarnaast drie andere nominaties in de wacht te slepen, maar ze zijn ook dezelfde mensen die je ziet op platen van Bonnie Raitt, Etta James, Joe Cocker, Robert Cray, Eric Burton, en zelfs Bob Marley, en dat is nog maar om te beginnen.

Een van de belangrijkste leden van de band was wijlen Mike Finnigan die minder dan een jaar geleden, in augustus 2021, bezweek aan kanker op de leeftijd van 76 jaar. Finnigan's CV gaat misschien nog wel dieper dan dat van zijn bandleden, hij speelde met Janis Joplin, Jimi Hendrix, en Crosby, Stills, & Nash. Finnigan speelde ook mee op hun vorig album "Still Cookin'" (2020). Het lijkt alleen maar passend dat de band weer bij elkaar zou komen als eerbetoon aan hun wijlen bandmaat en hoewel er maar weinig toetsenisten zijn die kunnen tippen aan Finnigan, hebben ze in Jim Pugh, de motor achter alle grote Little Village opnames en een vitaal radertje in de carrières van Robert Cray en Etta James, een geweldige keuze gemaakt. Daarnaast wordt Finnigan beschreven als een van de grootste soulzangers aller tijden. Je zult van mij geen tegenspraak krijgen over die bewering.

Zo hebben we "Blues for Breakfast" met drummer Tony Braunagel (Eric Burdon, Rickie Lee Jones, Bette Midler, Bonnie Raitt), bassist / zanger Larry Fulcher (Smokey Robinson, The Crusaders), gitarist / zanger Johnny Lee Schell(Bonnie Raitt, Taj Mahal, Ron Wood, John Fogerty), saxofonist Joe Sublett (The Cobras, The Rolling Stones, Bonnie Raitt, Little Feat, B.B. King), en Les Lovitt heeft Darrel Leonard vervangen op trompet. Gasten zijn onder meer Bonnie Raitt, Curtis Salgado, Ruthie Foster, en Kelly Finnigan, zoon van Mike en leadzanger van de Monophonics. Mike Finnigan speelt en zingt op "OK, I Admit It". Iedere muzikant brengt in de band zijn soulvolle sound die hij door de jaren heeft weten te vergaren, gaande van Memphis Soul tot New Orleans Funk, van blues naar swing, en veel meer zelfs. Met al dat talent en ervaring, zou je verwachten dat ook hun nieuwe cd "Blues for Breakfast" weer goed zou zijn. Of als je zou verwachten dat met zo veel talentvolle artiesten het zou botsen en denken dat het geheel niet samenhangend is, kunnen we u meteen gerust stellen, want ook deze nieuwe cd, die nu bij het Little Village label verscheen, is weer een pracht van een album waarbij je wederom op een positieve wijze geconfronteerd wordt met een diversiteit aan muziekstijlen.

The Phantom Blues Band bracht hun eerste cd "Limited Edition" uit in 2003, gevolgd door "Out Of The Shadows" (2006), en één jaar konden liefhebbers van onvervalste R & B hun oor te luisteren leggen bij "Footprints" (2007), hun tweede plaat bij het Delta Grove label. De albums "Inside Out" (2012) en "Still Cookin'" (2020) volgden voor het VizzTone label. Op het nieuwe album "Blues for Breakfast" hebben we gelukkig niet zo lang moeten wachten van deze supergroep en spelen ze een mix van blues en soul tunes van veelal herkenbare schrijvers zoals Muddy Waters, Sam Cooke, Freddie King. Curtis Mayfield, Little Milton, en meer, maar dan zo gebracht dat de meest swingende rhythm & blues echt hun handelsmerk is, de muziek die The Phantom Blues Band zo groot maakt. De band weet duidelijk de bluessound van de jaren '50-'60 terug te doen herleven en weet daardoor een zekere meerwaarde aan deze plaat te geven, mede ook door de aanwezigheid van twee vocalisten die afwisselend de nodige impulsen geven. The Phantom Blues Band maakt muziek die kan worden omschreven als een energieke en meedogenloze mix van blues, funk, soul, R & B, gospel en jazz. Zoals zovele van de grote spelers uit het verleden, van wie velen onze sterfelijke sfeer hebben verlaten, speelt The Phantom Blues Band alles alsof hun leven ervan afhangt.

Twaalf songs worden met passie gespeeld en met emotie gezongen. Het klinkt allemaal stijlvol en fris en de songs zitten boordevol met soul en bluesingrediënten. Hierbij voeren de soulinvloeden de boventoon. Blues rockers, shuffles, boogies, en andere upbeat songs volgen elkaar snel op. De aftrap op deze release wordt gedaan met de opzwepende soul, het klassieke Stax-geluid van Sam and Dave's "I Take What I Want" als Schell en Fulcher verzen uitwisselen en korte solo's van Sublett, Lovitt, en verschroeiende gitaar van Schell. Fulcher stapt naar de microfoon met Schell op harmonie voor een funky kijk op de politieke strijdkreet "Get Involved," geschreven door George Soule. Muddy's "She's Into Something" blijkt een swingend vehikel voor de blazers met Sublett in toeterende R&B stijl uit de vroege jaren vijftig in zijn versie. Schell leidt zowel op zang als gitaar. Ruthie Foster helpt de twee vocalisten om Curtis Mayfield's "Move On Up" in reggae stijl te brengen. De eregast, Mike Finnigan, zingt en bespeelt zijn B3 op de shuffle, waarbij hij op "OK, I Admit It" zijn natuurlijke swingende stijl laat horen. Fulcher en Schell werken samen op de zoete soultune "Still Be Friends", gekalmeerd door de blazers in de achtergrond en een lyrische solo van Sublett.

Schell neemt de vocale leiding op die geweldige oude Freddy King klassieker "Country Boy," voordat Bonnie Raitt een paar coupletten inzet en ze zich bij Schell voegt in een eenstemmige vocal. Deze samenwerking is allesbehalve nieuw, want Schell speelt op veel van Raitt's platen. Curtis Salgado doet mee met soulvolle zang en blues harp op Sam Cooke's "Laughing and Clownin'". Ze rekken zich uit op West Coast blues met Jimmy McCracklin's "Stepping Up in Class" als Schell een solo afsteekt na Sublett's dappere tussenkomst. Salgado keert terug voor Ike Turner's "I Know You Don't Love Me" plaats makend voor Kelly Finnigan die na nog een verschroeiend Sublett statement met een opzwepende orgelsolo volgt en zorgt voor een mooi detail.... De blazers leiden naar Little Milton's "That's What Love Will Make You Do" met Pugh's B3, Fulcher's beste vocale inbreng, en Schell's scherpe lead. Pugh beukt de piano barrelhouse stijl in de afsluiter, Muddy's "Stuff You Gotta Watch" een versie die aantoonbaar nog harder swingt dan de versie die The Band neerlegde op hun uit 1993 "Jericho" album.

"Blues for Breakfast" heeft alles wat de muziek uit het diepe zuiden van de Verenigde Staten zo bijzonder en opwindend maakt. Bezwerende soul, doorleefde blues, dampende funk en rhythm & blues die zelfs New Orleans in de oude glorie doet herleven. Beter dan dit hoor je in dit soort muziek momenteel echt niet. The Phantom Blues Band had er natuurlijk wereldberoemd mee moeten worden, maar recht bestaat niet in de muziekwereld. Ons respect en waardering verdient deze band zonder meer. Hetgeen ook geldt voor Mike Finnigan, we zullen hem erg missen, maar hij had zich geen beter muzikaal afscheid kunnen wensen. Ik zou dan ook nalatig zijn als ik niet zou vermelden dat alle opbrengsten van de verkoop worden gedoneerd aan het studiebeursprogramma van de Mike Finnigan muziekschool in Salina, Kansas.